Poem

Tussen twee haakjes

De dood maakt van mensen een plek.
De plek waar de man was: het lichaam

(hoe de haartjes in je nek, en hoe
en hoe) dat zich vergat

op de stenen in die straat, in die stad.
Later, het is nacht, er is een speelpleintje

(wij: schouder aan schouder, ongehaast,
een vriendschap zwijgzamer) vraag ik nog

hebben dingen een geheugen? Wijs
op twee van alle tegels die er liggen.

Stenen kistjes. Zonder geheugen
liggen ze er maar, zeg ik, zijn ze niet dit

hier, niet naast elkaar. Niets.
Het is stil waar ik sta. Later ook.

Het is op straat, nee, waar dan ook
dit: wat een plek maakt, weet die plek niet.


original title: 'Tussen twee haakjes'




« back to the poet