Poem

City lights

De ruimte van een plein. Het is al nacht.
De hele dag liep ik door nauwe stegen
Waar ik verdwaasd mijn leven overdacht:
As, stof en zaagsel om bijeen te vegen.

De ruimte, eindelijk. Een klok die luidt.
Het is het stadsplein van een oude prent
Tientallen stegen komen er op uit.
Poort, boog en standbeeld, alles is present.

Traag loop ik op het stralend marmer af.
Het is, hoe kan het anders, volle maan.
Een uil roept. In de verte klinkt geblaf.
Ik zie mijn moeder op de sokkel staan.


original title: 'City lights'




« back to the poet