Poem

Verlatenheid

De dag daarop opnieuw het labyrint.
Hier kom ik nooit meer uit. Nu is het weer
Het beeld van gisteren dat mij verblindt.
Mijn moeder, rijzend in gewijde sfeer.

Zou zij er nog staan, in het snelverkeer?
Ik durf mijn stegennet niet uit. – Ze leek
Op een jong kind, het meisje van weleer –
Met een gezicht vol teerheid, en toch bleek.

Ik zie haar rok nog golven, marmerglad.
Haar rechterhand rust luchtig op een staf.
En bovenal herinner ik me dat
Ze mij om klokslag twaalf een knipoog gaf.


original title: 'Verlatenheid'




« back to the poet