Poem

Kortsluiting

Ik zoek haar overal. De dansers zijn
Goed zichtbaar in hun groene heiligdom.
Toch zie ik niet het meisje van het plein.
Ik hoor een luid gekerm. Ik draai mij om.

Het zwarte watervlak. En daar zie ik
Mijn moeder in de poel, met blinde ogen.
Een uitgestrekte arm. Heet dampt het slik.
Ze zinkt. Ze wordt steeds dieper weggezogen.

Een ijsstaaf in het kokend water. – Dit
Is niet wat Nathan had beloofd. Het zweet
Is rillerig, de gletschers zijn verhit.
Ze trekt mij naar zich toe, als een magneet.


original title: 'Kortsluiting'




« back to the poet