Poem

Kiekendief

Vreemd dat hij nu niet valt
zo vlak boven de grond,
dat hij zijn eigen vlucht vertrouwt
terwijl zijn vleugels nauwelijks bewegen.

Zijn romp, daartussen, is al even
roerloos: een massieve kluit,
maar in zijn kop schuilt aandacht
voor de aarde. Daar is buit.

Vreemd dat hij nu niet duikt,
hij heeft geduld.
Hij zweeft zich los van onze grote vragen:
Zal ik vandaag nog vangen? Hoe lang mag
het pauze zijn tussen twee vleugelslagen?

Vliegen is vrij en duiken kent geen schuld
hij valt eenvoudig op de kiekens aan
wanneer zijn tijd gekomen is en daarna
zweeft hij weer. Met engelengeduld.


original title: 'Kiekendief'




« back to the poet