Poem

Alles is kleiner. Ik ben uit de tram gestapt en
vergelijk het landschap met de instructie. Een kiosk,
Een roek. Een meisje stopt twee roze vingers in
haar mond. Onmogelijk te verdwalen.

Een lelijke deur. Vuile trap. Ik heb de treden
geteld: vier stuks, weinig vuil dus. Ik bel aan.
Blijf daar, binnen. Ga naar buiten. Donkerder. Zelfs

geen sneeuw. Zicht niet al te best, maar
ik lees dat de tram over twaalf minuten
zal verschijnen. In mijn zak heb ik een boek,
lucifers en shag. Ik weet van niets.

translated by Gerard Rasch




« back to the poet